Column: Uit mijn leven gegrepen

‘Proost! Op een fijne vakantie’


Als moeder van Suzanne, een dochter met verstandelijke beperking, maakt Zazzy gewone dingen op een bijzondere manier mee. Dit keer: durft Suzanne in een stapelbed?

 

Vakantiehuisje

 

Het hele gezin, inclusief bagage, is ingeladen. De vakantierit van ongeveer twee uur is begonnen. Na een uur stoppen we voor onze lunch. Suzanne is gek op picknicken; soms is dat zelfs ons enige doel voor een uitstapje. Op een beschutte plek diepen we de broodjes en bekers op uit de koelbox. Na het eten doen we een spelletje op het gras – tot we het tijd vinden om verder te reizen.

 

Suzanne weigert in te stappen. Boos worden is geen optie: dat werkt averechts en maakt haar van streek, wat we liever voorkomen. Het kost veel overredingskracht om haar te overtuigen dat de vakantie langer duurt dan de picknick. Papa en broertje zuchten. Eindelijk rijden we verder.

 

Slaapkamers

We arriveren bij een bungalow met drie slaapkamers. Tot onze verbazing liggen twee van de slaapkamers in elkaars verlengde. De achterste kamer, mét stopcontact voor een nachtlampje én een eenpersoonsbed, is te bereiken via de voorste kamer. In de voorste kamer, zonder stopcontact, staat een stapelbed.

 

Nachtlampje

Welk kind krijgt welke kamer? Suzanne slaapt met een nachtlampje en is bang voor stapelbedden, zowel onder- als bovenin. Ik stel voor dat zij de achterste kamer krijgt. Haar broertje kijkt mij geschrokken aan. ‘Dan komt ze door mijn kamer als ik slaap.’ Zijn zus plast inderdaad ten minste één maal gedurende de nacht. Suzanne in de voorste kamer? Ze kijkt angstig naar het stapelbed.

 

Idee

Mijn man en ik zitten geïrriteerd in de woonkamer en kijken in de stuurse gezichten van de kinderen. ‘Er zit maar een ding op,’ zeg ik. ‘We gaan terug naar huis.’ De monden vallen open. Het blijft stil. ‘Tenzij,’ opper ik, ‘Suzanne op de grond slaapt en we haar deur ’s nachts openlaten. Met het licht aan op de gang.’ Alle ogen lichten op.

 

Het blijkt een goed plan. Onze zoon is tevreden en slaapt in de achterste kamer. Suzanne ligt op het matras naast het stapelbed. Mijn man en ik zitten naast elkaar op de bank met een glaasje wijn. ‘Wat een goed idee van je om te zeggen dat we anders naar huis gaan.’ Ik hef mijn glas en grijns. ‘Ik meende het. Proost! Op een fijne vakantie.’

 

Andere ouders van een kind met beperking ontmoeten? Geef het door aan de mantelzorgcoach.

Deze website maakt gebruik van (noodzakelijke) analytische cookies.

Meer info Weigeren