Als moeder van Suzanne, een dochter met verstandelijke beperking, maakt Zazzy gewone dingen op een bijzondere manier mee. Dit keer: geld.
Suzanne heeft een briefje van tien euro gekregen. Trots loopt ze ermee rond en laat het ons zien. ‘Dat is om zelf iets leuks uit te zoeken in de winkel. Stop het maar veilig in de spaarpot op je kamer,’ zeg ik. Suzanne klimt de trap op met in haar hand het papieren cadeau.
Even later is ze terug. ‘Het past niet,’ zegt ze. ‘Haal je spaarpot, dan help ik.’ Suzanne is goed in dit soort kleine opdrachten. Eén opdracht tegelijk voert ze foutloos uit. Ze zet de spaarpot op tafel.
Gelukt
Ik schenk koffie voor de visite in en Suzanne staat met de tien euro bij haar spaarpot. Het gebeurt in een seconde, of is het korter? Ratsj, ze scheurt het briefje in twee helften. Van schrik mors ik koffie en besef dat het te laat is om iets roepen. Suzanne frommelt de twee helften door de gleuf van de spaarpot en kijkt me glunderend aan: ‘Het past.’ We schieten in de lach, maar vertellen dat zo’n briefje heel moet zijn om ermee te betalen.
Papier en plastic
Beschadigd geld blijft zijn waarde behouden, al mag een winkelier het biljet weigeren. Het is beter om het in te wisselen voor een heel biljet bij de Nederlandsche Bank. Suzanne heeft nooit meer geld doormidden gescheurd. Lastiger was het om uit te leggen dat je van alles in een winkel koopt door een plastic pasje bij een apparaat te houden.
Afrekenen
De betaalpas van Suzanne heb ik in mijn beheer. Wanneer we iets met haar kopen, drukt ze, als wij het zeggen, het groene OK-knopje in. Onder mijn toeziend oog houdt Suzanne tegenwoordig trots zelf de pas bij het apparaat. Of dat voor een doos tissues of een dure doos lego is, is haar om het even. Zíj mag betalen!